Geert-Jan Brummer

Geert-Jan Brummer

Geert-Jan Brummer is oceaanbiogeochemicus; hij kijkt naar biologische en chemische aspecten van sedimenten in de oceaan. Aan de hand van afzettingen van vroeger en nu wil hij voorspellingen doen over de mate van opwarming van de aarde en welke maatregelen we zouden moeten nemen om die het hoofd te bieden.
Geert-Jan zocht als jongen op de Hondsrug al naar fossielen. Hij vond een zeer zeldzaam exemplaar waar hij als tweedejaarsstudent al een Engelstalig artikel over publiceerde: een grote stimulans. Hij studeerde eerst in Groningen, volgde colleges biologie en geologie en werd daar geïnspireerd door de nu ook meevarende professor Bert Boekschoten. Hij zette zijn studie voort aan de VU en raakte betrokken bij het het NIOZ. Hij was geïnteresseerd in hoe sedimenten op de oceaanbodem worden gevormd. Die kunnen worden aangevoerd door rivieren of door dieren met een hard onderdeel zoals slakken, diatomeeën en coccolieten. Zo bestaan de krijtkliffen bij Dover voornamelijk uit coccolieten.White_Cliffs_of_Dover_02

Verankerde Sedimentvallen
In de jaren tachtig begon Brummer als eerste in Nederland de zogenaamde verankerde sedimentvallen te gebruiken. Deze vallen zitten op ongeveer 5000m diepte met afgedankte treinwielen vast aan de bodem. De constructie staat verticaal door grote drijvers. Op 1200 en 3500m diepte bevindt zich een grote trechter met daaronder een carrousel met 24 flesjes die rouleren: elke 16 dagen draait een nieuw flesje voor. Bij de volgende vaartocht worden de vallen akoestisch los gekoppeld en omhoog getakeld. Aan de inhoud van de flesjes kun je afleiden hoe groot de seizoens fluctuatie van de biomassa van de verschillende diergroepen is, welke groepen op die twee hoogtes in welk percentage voorkomen en welke invloed stof heeft op de valsnelheid van de deeltjes. Dat laatste hangt weer samen met de aanwezigheid van marine snow, het kleverige,  drijvende organisch materiaal dat van alles mee naar beneden neemt.

Sedimentval aan takel

Sedimentval aan takel

Sedimentval

Sedimentval

Sedimentlagen zijn het archief van het verleden
Geert-Jan is huiverig voor het gebruik van modelleerprogramma’s om de te verwachten temperatuurstijging op aarde te voorspellen. Hij noemt dat stupificatie van de werkelijkheid want: hoe bouw je een chaosfactor in? Het is immers al moeilijk genoeg om het weer van over een week juist te voorspellen. Hij stelt aan de hand van isotopen en chemie de verspreiding en samenstelling binnen de oude lagen vast, welke diersoorten daar toen leefden en hoe hoog het CO2-gehalte was.  Hij kalibreert op die manier de chemische samenstelling van het verleden aan die van het heden. Zo zoekt hij naar aardlagen uit een interglaciale periode met eenzelfde verspreiding van bijvoorbeeld de coccolieten en foraminiferen en kijkt hoe warm het toen moet zijn geweest, welke concentratie CO2 toen aanwezig was, hoe de oceanen stroomden en hoe hoog de zeespiegel destijds was. Als we al die gegevens uit die oude warme tijd kennen, kunnen we beter voorspellen wat ons te wachten staat.

De toekomst
Volgens Geert-Jan is het onmogelijk om het tij van de temperatuurstijging nog te keren en kunnen we nu alleen kijken hoe we – letterlijk – het hoofd boven water kunnen houden. Hij probeert te voorspellen hoe veel het water zal stijgen – 1, 4, 6 of meer meter – zodat we weten welke maatregelen we het best kunt treffen.

Geert Jan: Je doet dit voor je kinderen. Er is tenslotte geen planeet B!