Tussen de eerste en vierde onderzoeksplek hebben we steeds op de 12de breedtegraad gevaren. Buiten het schip gebeurde er eigenlijk niets en de condities waren steeds hetzelfde: windkracht 5-6 Beaufort, ONO, zonnig tot licht bewolkt. Er kwamen in totaal twee schepen in de verte voorbijschuiven. Geen enkele boot zal deze route in deze richting varen: tegen de stroom en tegen de wind in. Dat kost alleen maar extra brandstof en levert veel geschommel. De oceaan is op dit traject voedselarm dus zijn er relatief weinig planten en dieren. Vanaf nu gaan we in Noordelijke richting tot aan Tenerife met een onderbreking voor het ophalen van een boei voor Cap Blanc, voor de kust van Mauritanië. We mogen aannemen dat we met de Afrikaanse kust vrij dichtbij andere soorten zullen zien en hopelijk ook in grotere aantallen. Volgens de kapitein gaat dat lukken……. maar hij zegt ook altijd dat de zee over een paar dagen rustiger wordt.

Hydrozoën
In de eerste week zagen we een roze gekleurd, alom gevreesd, Portugees Oorlogsschip (Physalis physalis) langs de boot drijven. Het zeil zat vast aan een drijvend gedeelte van ongeveer 20cm lengte. De lange tentakels dwarrelden erachter aan.

Vissen
In de eerste week zat een glasaal, het larvestadium van de paling (Anguilla anguilla), in het planktonnet.

Glasaal

Glasaal

Deze was ongeveer 8cm lang, plat met een witte wervelkolom, die door de huid heen schemert. Aan de hand van de ogen kun je de kop van de staart onderscheiden. Glasalen worden in de diepste diepten van de Sargassozee geboren en trekken met de Warme Golfstroom naar onder andere Nederland. Daar leven ze tien tot vijftien jaar in zoetwater om weer te gaan paaien in de Sargassozee. Het klopt dat we een jong exemplaar juist hier aan de zuidkant van die zee in het net hadden. Omdat ze zo diep leven, is dit een unieke vangst.

Insecten
Vanmorgen zat ineens een kleine sprinkhaan aan boord. We nemen aan dat die met de Oostpassaat is komen aanwaaien. Jaap heeft hem in een grote pot gedaan en sla gegeven. Hij drinkt meteen van de aangesneden nerven.

Vogels
Na ons vertrek uit Antigua zagen we regelmatig een gemaskerde Jan van Gent (Sula dactylatra) vooral jonge  exemplaren. Geert-Jan zag ‘s nachts een Dougalls Stern (Sterna dougallii) en een Kaapverdisch stormvogeltje (Oceanodroma jabejabe) voorbij komen. De laatste dagen zien we pijlstormvogels en niet te vergeten kwamen die 7 onverwachte koereigers anderhalve dag meeliften.

Boei Laura en boei Michelle
Op de boeien vestigden zich nieuwe leefgemeenschappen: veel eendemossels (Lepas anatifera), een polychaete worm, die op een zager leek, veel bryozoën en een grote krab.

Zoogdieren
Al in de eerste week zagen we in de verte twee tuimelaars(Tursiops truncatus), dolfijnachtigen. Ook de (zwart-wit)TV-held Flipper was een tuimelaar. Ze speelden op afstand van de boot. Drie dagen geleden kwam een groep van wel 25 grienden(Globicephalus melas), een klein soort walvis, langs gezwommen. Ze trokken van het zuidwesten naar het noordoosten en deden alsof we niet bestonden.

Nachtvissen
Het meest bijzonder is het vissen als het helemaal donker is. Tijdens het uitvoeren van de CTD worden sterke lampen gebruikt, die tot diep in het altijd maar heldere blauwe water doordringen. We zagen een school pijlinktvissen snel door het water schieten en een goudmakreel zwom van de ene naar de andere kant van het planktonnet waarschijnlijk op zoek naar voedsel.

Plasticnet
Jaap en ik hebben nu 7 keer het plasticnet binnengehaald. Dat wordt een uur lang bij een snelheid van een knoop (=1,85 km) per uur in de bovenste 30 cm meegetrokken. We spoelen de geconcentreerde inhoud in buisjes, die gemerkt en bevroren in het NIOZ op plastic worden onderzocht. We hebben tot nu toe slechts een keer drie kleine witte schilfertjes gevonden. Het lijkt eerder verf dan plastic. De twaalfde breedtegraad  ligt duidelijk buiten de wervel van de plasticsoep. In de Sargassozee vonden we 1 cm grootte Sargassokrabbetjes. Die zijn al eerder in dit blog beschreven. We hadden last van doorzichtige eiwitachtige strengen en bruine drab. Maar we waren blij met elke diersoort, die Jaap gelukkig bij naam kent of even opzocht. Zie hieronder.

Lantaarnvis (Diaphus spec.)
Leeft overdag in diepere gedeeltes en komt ‘s nachts naar het oppervlak. Om beter te kunnen zien in het donker heeft hij relatief grote ogen. Verder valt de vervaarlijke bek op; het is een rover. Aan weerszijden van het midden van de buiklijn lopen twee evenwijdige strepen met lichtgevende knopjes waarschijnlijk vol met lichtgevende bacteriën. We vragen ons af of hij het licht gebruikt om zijn prooi te vinden of juist om zijn vijanden af te schrikken.

Lantaarnvis

Lantaarnvis

Vliegende vis (Exocoetus volitans)
We vonden in het plasticnet een klein exemplaar en af en toe springt er zo maar een op het dek. We zien dat ze de vergrote borstvinnen spreiden als ze naast de boeg uit het water springen. Ze scheren dan wel tot 20m over de golven. Regelmatig verwar ik ze met meeuwen doordat hun gedrag er zo meer overeenkomt.

Jonge vliegende vis

Jonge vliegende vis

Bezaantje (Velella velella)
We probeerden de concentrische cirkels en het zeil van deze prachtige blauwe hydrozoen duidelijk op de foto te krijgen. Elk exemplaar bestaat uit groepen gespecialiseerde cellen. Een deel van die cellen vormt een stijf zeil waarmee ze door de wind worden voortgestuwd. Ze zijn nauw verwant met het Portugese Oorlogsschip, dat we ook al langs zagen drijven. Ze vangen plankton met hun tentakels waarop netelcellen met gif zitten. Dit gif is voor de meeste mensen niet gevaarlijk.

DSC_0945 Velella velella - By-the-Wind sailor,

Velella Velella

Blauw knoopje (Porpita porpita)
Dit organisme lijkt op een kwal maar bestaat uit een kolonie van hydroiedpoliepen. Het bestaat uit een goudbruine schijf van maximaal 2,5 cm. Die van ons waren niet groter dan 1cm. Aan de schijf zitten helderblauwe tentakels met netelcellen waarin gif, dat lichte irritatie kan opwekken. Ze eten copepoden, een zooplanktonsoort. De schijf heeft aan de onderkant een opening waar tegelijk voedsel in en afval uitgaat.

Porpita Porpita

Porpita Porpita

Paarse zeeslak (Janthina janthina)
Deze paarse slak komt voor aan het oppervlak van de warme gedeelten van oceanen. Hij maakt lucht gevulde blaasjes waaraan  die zich drijvend houdt. Hij hangt als het ware aan zijn zelf gemaakte luchtballonnen. Hij verandert in de loop van zijn leven van een mannetje in een vrouwtje en eet de hydrozoen Velella velella en Porpita porpita

Janthina janthina

Janthina janthina