John Leask is onze kapitein. Hij komt uit Schotland, is 46 en sinds zes jaar kapitein op een van de twee schepen van het National Oceanographic Centre. Het schip kostte €100 miljoen euro om te bouwenen de huurprijs voor een dag is €25.000 all-in, dus inclusief eten, gebruik van alle computerapparatuur en de ondersteuning van de 25 man die onder hem de boel draaiende houden. Een kapitein mag vanwege de flexibiliteit maximaal 5 jaar op hetzelfde schip varen en stapt dan over naar het andere. Per jaar wordt vastgesteld wie deel van de bemanning gaat uitmaken. Als kapitein kun je je voorkeuren uitspreken. Wordt iemand ziek of moet die aan land verder met zijn/haar opleiding dan kiest hij een nieuw bemanningslid. John is zeer tevreden met de mensen die hij nu aan boord heeft, allemaal erg toegewijd.
Taken
Een kapitein is in deze volgorde verantwoordelijk voor: veiligheid van mensen op zee, voorkomen van ongelukken, voorkomen van vervuiling van de zee. Voor elk van deze drie zijn regels opgesteld, misschien wel te veel want de hoeveelheid papieren is frustrerend. Zo gaat MARPOL, een conventie inmiddels ondertekend door 131 landen, die 98% van het vervoer per schip gemeten naar gewicht vertegenwoordigen, over de vervuiling: er mag bijvoorbeeld geen plastic overboord gegooid worden. Op de James Cook verbranden ze dat zelf en wat niet verbrand kan worden, geven ze af in de volgende haven. Maar wat gebeurt er daar mee? In Antigua komt dat waarschijnlijk ergens in een gat in de grond terecht. Maar mocht iemand, die in de wateren van de VS plastic overboord gooit, betrapt worden bijvoorbeeld door een filmpje van een passagier, dan hangt de reder een fikse boete boven het hoofd. Bij bewuste olieverspilling kan gevangenisstraf volgen.
Structuur van de bemanning
John heeft als kapitein vijf leiders onder zich, die hij elke dag om 8:30 spreekt om de volgende 24-48 uur door te nemen: stuurlui, machineafdeling, huishoudelijk personeel, it-afdeling en de expeditieleider (in ons geval Jan-Berend Stuut). In totaal heeft hij 24 man personeel onder zich en varen er 25 mensen mee.
Technische uitleg door John over ons schip
Noodzakelijke karaktereigenschappen
Een kapitein moet over uitstekende interpersoonlijke eigenschappen beschikken, hij moet duidelijk zijn en rechtvaardig. Als jongen viel hij niet op maar hij heeft veel geleerd door met twee ogen te kijken, twee oren te luisteren en met slechts een mond iets te zeggen: observeer en hou je mond! Op zijn 17de ging hij bij de marine en wisselde de zee af met tijden aan de wal voor scholing. Op zijn 29ste werd hij op papier kapitein maar pas op zijn 40ste had hij een boot onder zich. Je promoties hangen af van je talenten en je prestaties. Je moet mensen zo leiden dat ze zelf hun toko runnen en daarvoor is aan boord zelfdiscipline nodig. Als iemand de kantjes eraf loopt, moet je op een constructieve manier hun patroon bijsturen en ‘seafarers do not like changes’. Vandaar dat goede interpersoonlijke eigenschappen boven aan het lijstje staan.
Voor- en nadelen van het leven op zee
John is drie keer per jaar twee maanden vrij en dat is het beste deel van het jaar. Hij heeft een goede vrouw en drie kinderen van 19, 17 en 10 jaar. Hij schuift in die periode aan als een kostganger: de regels van zijn vrouw gaan door. Hij vindt dat prima. Hij komt niet toe aan hobby’s zoals hij vroeger graag modelscheepjes bouwde. Hij zwemt, brengt zijn dochter van 10 naar school en haalt haar op, wandelt met de hond en ziet zijn familie en vrienden. Hij mist kerst, nieuwjaar, de verjaardagen. Geld is de belangrijkste factor om op zee te blijven in ieder geval tot zijn kinderen van college af zijn. Hij kijkt steeds of er een geschikte baan langs komt: loods, havenmeester, trainingen geven. Maar er zijn ook zeker leuke aspecten aan het varen. De leukste dingen gebeuren in de havens van verre landen: het strand, de bars, gesprekken met mensen. Soms word je dan meegenomen, nodigen mensen je uit en laten ze je hun omgeving zien. Een hoogtepunt was een voetbalwedstrijd tegen de lokale club: geweldig!